De oude wortels van Maria Lichtmis

In zijn artikel volgt Rini Kersten (bioloog) het spoor terug naar Vrouw Holle en de Vlierstruik
Maria Lichtmis
In de katholieke kerk vieren we op 2 februari het feest van Maria Lichtmis.
Veertig dagen na de geboorte van Jezus vindt volgens Joods gebruik de opdracht in de tempel plaats en brengt moeder Maria een zuiveringsoffer (Purificatio Mariae).
Enkele decennia geleden kenden wij nog, zes weken na een geboorte, de “kerkgang” van de moeder. De eerste keer dat ze na de bevalling weer naar de kerk ging. De vrouw is dan weer “ontvankelijk”.
Lentefeest
Voordat het christelijke feest van Maria Lichtmis bestond, vierden onze heidense voorouders op of rond 2 februari een lentefeest. In de natuur zijn de eerste tekenen van een naderende lente te zien. De mannelijke hazelaarkatjes produceren uitbundig gele wolken stuifmeel, de knoppen van verschillende bomen zwellen, de vogels hoor je al meer zingen. Redenen genoeg om dat met een feest te markeren.
Vrouw Holle
Vrouw Holle gold als de lente-godin. De boom die aan haar gewijd is, is de vlier. Deze struik loopt al zo vroeg in het voorjaar uit, dat er zich al rond 2 februari duidelijk blaadjes hebben ontvouwd. Op bijgaande foto duidelijk te zien.
Verhaal van de Vlierstruik
Op een van haar tochten kwam Vrouw Holle een struik tegen die vreselijk klaagde over haar lot. De struik heeft slecht hout, breekbare takken, geen imposant uiterlijk. De struik diende nergens voor en voelde zich niet gewaardeerd en miskend.
Vrouw Holle nu ontfermde zich over deze struik : de struik krijgt een gezonde, heilzame bast, geurende bloemen en bruikbare, sappige bessen.
En vrouw Holle kiest de vlierstruik als haar woonplaats. Ze leeft sinds die tijd onder de “holle boom”, onder de vlier. De struik die al zo vroeg in het jaar de lente mag aankondigen. Op 2 februari, de feestdag van vrouw Holle.
Vlier en notenboom
De vlier wordt ook wel toegewijd aan Thor (Donar) en biedt bescherming tegen boze geesten. Ze trekt die boze geesten aan en houdt ze zo weg van huis en haard.
Samen met een notenboom werd de vlierstruik bij boerderijen aangeplant om vliegen en ander “ongedierte” aan te trekken en ook die dus weg te houden bij het vee op stal of uit het (voor-)huis.
Kappen of verbranden van de vlierstruik bracht , zo dacht men, zeker onheil.